Wordt rekening gehouden met kosten woon-werkverkeer bij een kinderalimentatieberekening?

27 september 2023

Bij het berekenen van kinderalimentatie wordt uitgegaan van de behoefte van het kind en de draagkracht van de ouders. Er is een vast rekensysteem om zowel de behoefte van het kind als de draagkracht van de ouders te berekenen. Echter, soms zijn er omstandigheden om van die vaste rekenmethode af te wijken.

Berekening draagkracht

In deze blog zoomen we wat verder in op de berekening van de draagkracht van een ouder. Om te berekenen wat een ouder kan bijdragen in de kosten van het kind (behoefte), wordt er rekening gehouden met het netto maandinkomen en het draagkrachtloos inkomen. Het draagkrachtloos inkomen is het bedrag wat minimaal nodig is om zelf van te leven, namelijk de eigen noodzakelijke kosten. Daarbij wordt uitgegaan van een vast woonbudget en een standaard bedrag voor overige kosten op basis van de bijstandsnorm. Het verschil tussen het netto maandinkomen en het draagkrachtloos inkomen, levert de zogenaamde draagkrachtruimte op. Hiervan dient 70% te worden besteed aan de kinderen, dit noemt men de draagkracht. Het alimentatiebedrag kan overigens nooit hoger zijn dan de draagkracht.

Uitspraak hof over kosten woon-werkverkeer

Het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft recentelijk uitspraak gedaan over een onderdeel van het draagkrachtloos inkomen (Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 8 juni 2023, ECLI:NL:GHSHE:2023:1876). Bij de berekening van de kinderalimentatie heeft het hof in een specifieke situatie rekening gehouden met de kosten woon-werkverkeer die de man niet van zijn werkgever vergoed kreeg. Dit is aldus een voorbeeld van omstandigheden die ervoor zorgen dat er wordt afgeweken van de vaste rekenmethode. Het berekenen van kinderalimentatie is immers altijd maatwerk.

In haar beoordeling heeft het hof rekening gehouden met het feit dat vast staat dat de man zich vanwege het co-ouderschap en de daarmee gepaard gaande zorg voor het kind definitief in de woonomgeving van het kind heeft gevestigd. De man heeft door de co-ouderschapsregeling geen mogelijkheid om dichter bij zijn werk te gaan wonen. Daarbij is de man van mening dat niet van hem kan worden verwacht dat hij ander werk in de buurt gaat zoeken enkel en alleen om op de reiskosten te besparen. De man heeft verder aangetoond dat deze reiskosten ook gemaakt werden toen partijen nog wel samenleefden. Het hof is op basis van alle omstandigheden van het geval van mening dat alle – niet door de werkgever vergoede – reiskosten deel uitmaken van het draagkrachtloos inkomen van de man.

Wat leert deze uitspraak ons?

Zoals we hebben gezien, is elke situatie anders en kan de uitkomst van een alimentatieberekening – ondanks de vaste berekeningsmethodes – anders zijn indien er goed wordt gekeken naar de specifieke omstandigheden van het geval. Mits goed aangetoond, kan er dus rekening worden gehouden met bijzondere kosten. Let wel; het gaat altijd om een uitzonderingssituatie. Het is dus niet 1-2-3 zo dat er bij een berekening van de kinderalimentatie rekening wordt gehouden met kosten woon-werkverkeer.

Mocht er in uw situatie sprake zijn van bijzondere kosten, dan is het altijd relevant om te laten uitzoeken of er met deze kosten rekening kan worden gehouden bij het berekenen van de kinderalimentatie.

Heeft u vragen of wilt u advies? Onze advocaten helpen u graag! Neem contact op via tel. 0183-356752 of info@karakteradvocaten.nl.