Bewijsdrang. Aan toe geven of niet? – Wat de rechter vindt van camerabeelden en geluidsopnames

16 februari 2024

Als advocaten leggen wij aan onze cliënten uit dat wij niets kunnen zonder bewijs. Wij zijn immers niet bij de gebeurtenis geweest. Een stelling is slechts een stelling en geen feit. Zodra een stelling wordt weersproken is een stelling pas een feit als het is bewezen (artikel 149 e.v. van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering).

Meer dan eens worden ons geluidsfragmenten, screenshots en videobeelden toegestuurd waaruit bewijs moet volgen dat een stelling wel of niet juist is. Mag je deze beelden eigenlijk wel maken? En hoe zit het met het recht op privacy?

Bij het toezenden van bewijsstukken zit een verschil in bewijsdrang of bewijsnoodzaak. Bij bewijsdrang gaat het er vaak om dat een cliënt wil aantonen dat hij de waarheid spreekt, vaak ten koste van degene die op de beelden staat. Bij bewijsnoodzaak gaat het over het aantonen van relevante zaken die van belang zijn voor de te nemen beslissing. Of het verkregen bewijs door middel van camera- of geluidsopnames bij de rechtbank moet worden ingediend, beoordelen wij als advocaten.

Daarbij is het handig te weten wat rechters vinden van bepaalde camerabeelden, geluidopnames en ingediende foto’s. Uit de volgende drie uitspraken blijkt waar de grens ligt.

Het maken van videopnames tijdens overdrachtsmoment kind

In een procedure bij de Rechtbank Zeeland-West-Brabant vordert een vader dat camera’s bij de woning van moeder worden uitgeschakeld tijdens het overdrachtsmoment van de 4-jarige dochter en dat het gemaakte beeld- en of geluidsmateriaal direct wordt verwijderd.

De moeder legt uit dat zij de camera’s heeft geplaatst omdat zij afgelegen woont en ook samenwoont met haar 87-jarige moeder. Zij voert aan dat de camera’s er hangen als inbraakpreventie en beveiliging. Zij vindt dat zij niet verplicht kan worden de beelden te verwijderen dan wel de camera’s uit te schakelen.

De rechter oordeelt dat moeder een legitieme grondslag heeft om de opnames te maken, juist tijdens de overdrachtsmomenten. Niet alleen de locatie van haar woning geeft haar namelijk de rechtvaardigingsgrond om de opnames te maken. Volgens de rechter verlopen de contacten tussen vader en moeder moeizaam. Daarbij merkt de rechter op dat vader ook opnames maakt bij de overdrachtsmomenten met zijn telefoon. De rechter is daarom van oordeel dat moeder, vanwege het risico dat er incidenten met vader kunnen plaatsvinden, de opnames mag blijven maken en dat het recht op privacy van vader hier niet tegenop weegt.

Ook gelet op de korte duur van de overdrachtsmomenten en dat vader weet dat hij gefilmd wordt en zijn gedrag daarop kan aanpassen, meent de voorzieningenrechter dat er slechts een beperkte inbreuk op zijn privacy plaatsvindt en dat het belang van moeder om zich voor haar veiligheid te beschermen moet prevaleren.

Het maken van geluidsopnames van een kind in een echtscheidingssituatie

Dat er zorgvuldig moet worden nagedacht over welke opnames er worden gemaakt, zeker in het geval er kinderen zijn betrokken bij een procedure, blijkt uit een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag over de woonplaats en verdeling van de zorg- en opvoedingstaken van een 6-jarig kind van gescheiden ouders.

De vrouw heeft ter onderbouwing van haar stelling dat er zorgen zijn over de situatie van het kind bij vader, geluidsopnames in de procedure gebracht waarop het kind te horen is. Het hof geeft aan dat het onverstandig is om een minderjarig kind op deze manier in het conflict van de ouders te betrekken. Het hof beslist daarom méér waarde te hechten aan wat de moeder op zitting heeft verteld (waarbij zij heeft aangegeven dat de man een goede vader is voor het kind), dan aan de geluidsopnames. Het hof merkt daarbij ook op niet te weten onder welke omstandigheden deze geluidsopnames zijn gemaakt.

Deze uitspraak geeft aldus aan dat er heel zorgvuldig dient te worden afgewogen wat het nut is van gemaakte geluidsopnames dan wel videobeelden, waarbij er veel oog dient te zijn voor wat dergelijke opnames doen met een kind dat al in een conflictscheiding is verwikkeld. Het maken van opnames van wat een kind zegt of heeft gedaan met het doel aan te tonen wie de betere ouder is (wat überhaupt geen wedstrijd zou moeten zijn), versterkt immers het loyaliteitsconflict waar het kind zich reeds in bevindt.

Indienen van dickpicks ongepast?

Een situatie waarbij een moeder nóg verder gaat in het willen aantonen van de geschiktheid van de man als vader, levert een berisping van de rechter op aan het adres van beide ouders. De Rechtbank Midden-Nederland benadrukt in deze uitspraak van 22 december 2023 dat de manier van procederen door de moeder hoogst ongepast is. Zij heeft namelijk dickpicks van vader in het geding gebracht die niet relevant zijn voor de beoordeling van de vorderingen. De rechter maakt in klare taal duidelijk wat hij van de keuze van moeder vindt om dergelijke beelden in deze procedure in te dienen:

“De voorzieningenrechter is niet bijzonder geïnteresseerd in ’s mans geslachtsdeel. Die piemel is ook totaal niet relevant voor de beoordeling van de vorderingen. Ook de impliciete suggestie van de moeder dat de vader een zedenrisico is (door de redenering: hij is vroeger seksueel misbruikt, slachtoffers worden vaker dan gemiddeld dader, dus…), is werkelijk beschamend. Als dit de manier is waarop deze ouders met elkaar om menen te moeten gaan, dan maakt de voorzieningenrechter zich grote zorgen over hun toekomst en die van hun zoon.”

Kortom, weeg altijd af of het daadwerkelijk noodzakelijk is voor de onderbouwing van de stellingen in een procedure én voor de te nemen beslissing om bepaalde videobeelden of geluidsopnames te maken. Realiseer je wat de impact is van het maken van dergelijke opnames, zeker als er kinderen bij betrokken zijn.

Onze advocaten kunnen u helpen bij het maken van een goede afweging, waarbij wij benadrukken dat het zijn van (gescheiden) ouders van een kind écht geen wedstrijd is.

Heeft u vragen? Neem dan gerust contact met ons op via 0183-356752 of info@karakteradvocaten.nl.