Vermist: 77 laptops en 20 iPhone opladers

30 januari 2024

In de jurisprudentie-updates van afgelopen week kwamen wij wederom een bijzondere arbeidszaak tegen. In deze zaak (lees de volledige uitspraak) was namelijk het volgende aan de orde.

In verband met een verhuizing eind 2022 van het hoofdkantoor van werkgever is de afdeling van werknemer bezig geweest om alle vaste computers voor laptops te vervangen. Werknemer zou hiervoor een aantal bestellingen verrichten. Zo had hij 101 laptops besteld. Echter, achteraf bleek dat hiervan 77 laptops inclusief dockingstations en tassen nooit bij werkgever zijn aangekomen respectievelijk geregistreerd. Ook bleek dat werknemer het merendeel van de bestellingen niet  volgens de bij werkgever geldende procedure had verricht en was er zelfs geen functionele noodzaak voor de betreffende bestellingen.

Hierna heeft werknemer ook nog eens zonder toestemming en noodzaak 20 iPhone-laders besteld die in de kluis van werkgever zijn gelegd maar op een later moment alsnog uit de kluis zijn verdwenen.

Reden voor werkgever om een onderzoeksbureau in te schakelen om onderzoek te doen naar de vermissing van de laptops en de eventuele betrokkenheid van werknemer. Het onderzoeksbureau heeft verschillende digitale onderzoeken gedaan en ook een aantal medewerkers, waaronder werknemer geïnterviewd.

Uit de gesprekken met werknemer en de overige medewerkers van de afdeling werden meerdere discrepanties bekend. Volgens werknemer zou hij meerdere collega’s hebben geïnformeerd over de vermissingen. Volgens die collega’s was dit echter niet het geval. Ook zijn verklaring dat hij samen met een collega 20 laptops in de ICT-ruimte zou hebben gezet maar dat die de volgende dag waren verdwenen werd door die collega niet bevestigd.

Het onderzoeksbureau kwam na haar onderzoek tot de conclusie dat werknemer verantwoordelijk is voor, respectievelijk betrokken is bij het verdwijnen van laptops, dockingstations, laptoptassen en iPhone-kabels.

Werkgever heeft werknemer vervolgens op staande voet ontslagen en zij heeft aangifte gedaan bij de politie van verduistering en diefstal door werknemer.

Vervolgens is werkgever een civielrechtelijke procedure gestart om de schade op werknemer te verhalen.

De verklaringen van de collega’s van werknemer komen de kantonrechter betrouwbaar voor. Bovendien gaan de verklaringen van werknemer slechts over twee bestellingen, terwijl het in totaal gaat om acht bestellingen waarbij (in totaal 77) laptops zijn verdwenen. Met betrekking tot de overige zes bestellingen heeft werknemer geen toelichting gegeven of hij de vermissing van de bestelde laptops heeft gemeld. De kantonrechter is dan ook van mening dat werknemer het mogelijk heeft gemaakt dat bestellingen c.q. zaken buiten het zicht van werkgever bleven en verdwenen. Werknemer heeft op verschillende momenten in het bestelproces handelingen verricht of juist nagelaten, waardoor de kantonrechter ervan overtuigd is dat hij daarbij welbewust en daarmee opzettelijk heeft gehandeld. Dat maakt werknemer aansprakelijk voor de schade die werkgever als gevolg daarvan heeft geleden met als resultaat dat werknemer een bedrag van € 55.932,75, vermeerderd met de wettelijke rente aan werkgever moet terugbetalen.