Een vergoeding voor de liefde: de rechtbank Amsterdam geeft vonnis in unieke zaak

22 juli 2024

In een opmerkelijke rechtszaak, heeft de Rechtbank Amsterdam een beslissing genomen die niet alleen juridische implicaties heeft, maar ook een glimp biedt in de complexe wereld van liefde, vertrouwen en zakelijke beloftes. De uitspraak van 3 april 2024 in de zaak tussen een voormalig stel draait om een belofte die tijdens hun relatie werd gemaakt, maar na hun breuk in een juridisch geschil veranderde.

De achtergrond: een liefde en een belofte

In de periode van 2004 tot 2012 hadden de vrouw en de man een relatie. Tijdens hun samenzijn woonde het stel enige tijd samen op een zolderkamer in Amsterdam. In deze periode was de man bezig met het opzetten van WeTransfer, een internetonderneming die wereldwijd bekendheid zou verwerven. De vrouw ondersteunde de man door voor verschillende van zijn ondernemingen te werken, waaronder Present Plus B.V.

Rond het einde van hun relatie in 2012 zouden ze een afspraak hebben gemaakt. Volgens de vrouw kwam de man overeen om haar een vergoeding te betalen van minimaal € 125.000, oplopend tot € 200.000, of zelfs de aanschaf van een huis in Amsterdam, zodra hij zijn aandelen in WeTransfer zou verkopen.

Het conflict

De kern van het geschil draaide om de vraag of deze afspraak inderdaad was gemaakt en of deze juridisch bindend was. De vrouw beweerde dat de man zijn belofte niet was nagekomen en eiste een schadevergoeding ter hoogte van de gemiddelde koopprijs van een woning in Nederland, die in 2022 op € 432.000 werd geschat. De man daarentegen betoogde dat er slechts een intentie was om over een vergoeding te praten en dat er nooit een concrete afspraak was gemaakt.

De beoordeling van de rechtbank

De rechtbank moest eerst vaststellen of ze bevoegd was om van deze internationale zaak kennis te nemen, aangezien de vrouw in het Verenigd Koninkrijk woont. Op basis van de Brussel I-bis Verordening en de Rome I-Verordening, concludeerde de rechtbank dat ze bevoegd was en dat Nederlands recht van toepassing was. De Brussel I-bis Verordening (EU nr. 1215/2012) bepaalt welke rechtbank bevoegd is voor grensoverschrijdende civiele en handelszaken binnen de EU. De Rome I-verordening (EG nr. 593/2008) regelt welk nationaal recht geldt voor contractuele verbintenissen in grensoverschrijdende situaties binnen de EU.

Vervolgens oordeelde de rechtbank dat er inderdaad een bindende afspraak was gemaakt tussen partijen. Ondanks dat de man beweerde dat er slechts een voornemen was, bleek uit de e-mailcorrespondentie dat er duidelijke overeenstemming was over een vergoeding van minimaal € 125.000. Dit werd verder ondersteund door de context van hun persoonlijke relatie, waar niet alle afspraken formeel werden vastgelegd.

Verjaring en vervangende schadevergoeding

Een belangrijk punt in de zaak was of de vordering van de vrouw verjaard was. De man stelde dat de verjaringstermijn van vijf jaar reeds was verstreken. De rechtbank verwierp dit verweer, omdat de vrouw pas in 2021 bekend werd met de daadwerkelijke verkoop van de aandelen in WeTransfer, waardoor de verjaringstermijn later begon.

Aangezien de man zijn belofte niet was nagekomen en duidelijk maakte dit ook niet van plan te zijn, had de vrouw recht op vervangende schadevergoeding. De rechtbank stelde deze vast op € 125.000, vermeerderd met wettelijke rente.

Kosten en nasleep

Naast de hoofdsom veroordeelde de rechtbank de man ook tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten, die gezamenlijk op ruim € 8.000 uitkwamen. Dit vonnis onderstreept het belang van het nakomen van afspraken, zelfs als deze voortkomen uit persoonlijke relaties en beloftes die in vertrouwen zijn gedaan.

Conclusie

Deze zaak biedt een fascinerend inkijkje in hoe juridische geschillen kunnen ontstaan uit persoonlijke relaties en de rol van vertrouwen in zowel persoonlijke als zakelijke contexten. Het vonnis benadrukt dat mondelinge afspraken en informele overeenkomsten net zo bindend kunnen zijn als formele contracten, vooral wanneer deze worden ondersteund door duidelijke communicatie en wederzijds begrip.

Voor de vrouw betekent dit vonnis niet alleen financiële genoegdoening, maar ook erkenning van de steun die zij in de opbouwfase van een succesvolle onderneming heeft geboden. Voor de man is dit een herinnering aan de verantwoordelijkheid die komt met beloftes, vooral wanneer ze worden gedaan aan degenen die dichtbij staan.

Hebt u vragen? Neem dan gerust contact met ons op via 01 83 – 35 67 52 of info@karakteradvocaten.nl.