Rechters schrijven hun vonnissen steeds meer in ‘Jip en Janneke’
12 april 2023
Dit vinden wij van Karakter Advocaten nou een goede ontwikkeling!
De Kantonrechter Dordrecht begint zijn vonnis van 27 maart 2023 (zie hier) als volgt:
“Beide partijen krijgen voor een deel (on)gelijk. ‘A’ moet aan ‘B’ een transitievergoeding betalen en het loon tot en met 17 juli 2022. Ook moet A salarisspecificaties geven. De overige eisen van B worden afgewezen. Vastgesteld wordt dat A over de periode vanaf 18 juli 2022 geen loon hoeft te betalen aan B. B heeft de meeste bedrijfseigendommen tijdens de mondelinge behandeling ingeleverd. Voor één ontbrekend werkshirt moet B een vergoeding van € 10,21 betalen. Voor de missende telefoon hoeft hij niets te betalen, omdat hij die niet expres is kwijtgeraakt. Hierna wordt uitgelegd waarom dit de uitkomst is.”
Geen moeilijke taal, maar begrijpelijke vonnissen en direct bij het begin een samenvatting. De rechtspraak wordt op deze manier steeds toegankelijker en begrijpelijk gemaakt. Wat vindt u? Ook een goede ontwikkeling, of ziet u eigenlijk toch liever dat het vonnis als volgt geschreven zou zijn?:
“Enerzijds krijgt partij A partieel het gelijk aan haar zijde, terwijl anderzijds partij B op punten in het gelijk zal worden gesteld. A dient aan haar opponent de wettelijke ontslagvergoeding van artikel 7:673 van het Burgerlijk Wetboek te betalen en de overeengekomen beloning vermeerderd met alle toepasselijke emolumenten, voor de verrichte werkzaamheden tot aan en inclusief 17 juli 2022. Tevens dient partij A schriftelijke opgave van de loongegevens te verstrekken op de wijze zoals wettelijk voorgeschreven. Ten aanzien van de overige ingestelde vorderingen van partij B dient te worden geconcludeerd dat de rechter deze niet zal toewijzen. Op basis van alle feiten en omstandigheden van het geval wordt namelijk allereerst vastgesteld dat A vanaf de periode die aanvangt op 18 juli 2022 niet langer meer salaris plus emolumenten behoeft te voldoen aan partij B. Partij B op zijn beurt heeft tijdens de bijeenkomst tussen partijen ten overstaan van de rechterlijke macht op 13 februari 2023, in het bijzijn van de juridisch adviseurs van beide partijen, het overgrote deel van de hem nog ter beschikking staande, eerder door de werkgever aan hem ter beschikking gestelde bedrijfsgoederen, in goede staat aan de werkgever geretourneerd (waarvan akte is opgemaakt in het proces-verbaal van de bijeenkomst tussen partijen). Desalniettemin is partij B in gebreke gebleven met inlevering van één aan hem ter beschikking gesteld bedrijfsgoed (zijnde een werkshirt). Voor dit niet geretourneerde bedrijfseigendom dient partij B partij A te compenseren middels betaling van een bedrag ter grootte van € 10,21 netto, te voldoen middels girale overmaking van voornoemd bedrag op het rekeningnummer van partij A, zijnde ……., binnen 14 dagen na het in deze zaak gewezen vonnis. Verder wordt nog vastgesteld dat er nog een bedrijfseigendom van partij A ontbreekt, zijnde een niet traceerbaar communicatiemiddel. Partij B kan echter niet worden veroordeeld tot vergoeding van (de waarde van) dit missende bedrijfseigendom, daar niet kan worden vastgesteld dat hij deze opzettelijk buiten zijn beschikking heeft gebracht c.q. heeft doen (laten) belanden.”