IT NEEDS A VILLAGE TO RAISE A CHILD!

6 december 2022

Na de grootouders, zijn de ouders aan de beurt in de reeks over contact(verlies) met kinderen.

Recht op contact

Het uitgangspunt in de wet is dat kinderen een vrij en gelijk contact moeten (kunnen) hebben met beide ouders. Er zijn wel uitzonderingen, maar dat ziet alleen op de echt schrijnende gevallen zoals bij mishandeling en seksueel misbruik.

Het recht op contact (en omgang) is dus vooral het recht van de kínderen. Zij moeten de gelegenheid krijgen om hun ouders zelf te leren kennen, om zelf een beeld van hen te kunnen vormen en moeten de ruimte krijgen om een band op te bouwen. Ook al denkt de ene ouder dat die andere ouder niet in staat is om een goede ouder te zijn, is dit veelal niet het geval. Verschillen mogen er zijn en dragen juist bij aan de ontwikkeling van kinderen.

Familie(rechtspraak)

Familierechtadvocaten, het woord “familie” zegt het al, zetten zich bovenmatig in om de gang naar de rechter te voorkomen, om de ouders zoveel mogelijk uit de strijd te halen c.q. te houden, maar dat lukt helaas niet altijd. In die gevallen hakken rechters de knoop door.

Hieronder volgen twee bijzondere uitspraken van rechters over contact(herstel).

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 25 oktober 2022 (een zorgregeling van één dag per maand is onvoldoende voor de opbouw van een goede band met een ouder)

In deze zaak gaat het over twee minderjarige kinderen van 16 en 14 jaar oud met gescheiden ouders. De kinderen hebben hun hoofdverblijf bij hun moeder. Sinds 2012 (de kinderen waren toen 6 en 4 jaar oud) gold er een omgangsregeling met hun vader van driemaal per maand. Echter, de ouders hebben deze regeling zelf gewijzigd naar één keer per twee weken een zaterdag of zondag.

Vader heeft na enige tijd een meer uitgebreide zorgregeling verzocht aan de rechter. Na een lange gerechtelijke procedure heeft de rechtbank bij beschikking van 20 oktober 2021 een zorgregeling bepaald van één keer per vier weken op zondag van 10.00 tot 19.00 uur.

Vader ging in hoger beroep.

De kinderen hebben allebei een zogenaamd “kindgesprek” gehad met de rechters van het hof. Zij hebben kort gezegd verteld dat zij wel contact willen met hun vader, maar niet zoveel omdat zij het niet naar hun zin hebben bij hun vader.

Uit het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming van 21 januari 2019 bleek dat de belemmeringen die de kinderen hebben tegen (contact met) hun vader voortkomen uit de positie tussen hun gescheiden ouders. Meer specifiek geeft de raad aan, dat de kinderen door de houding van de moeder in een ernstig loyaliteitsconflict zijn gekomen en dat haar voortdurende verwijtende en diskwalificerende houding tegenover de vader de grootste belemmering vormt voor de kinderen om onbelast contact met hem te hebben.

Het hof overweegt als volgt:
“Hoewel de wensen van de kinderen, mede gelet op hun leeftijd, belangrijk zijn, vraagt het hof zich op basis van de stukken en de gesprekken met de kinderen en in tegenstelling tot de rechtbank af in hoeverre deze wensen authentiek zijn. Er zullen ongetwijfeld aandachtspunten zijn voor de vader met betrekking tot het contact en het vinden van aansluiting bij beide kinderen – dit erkent de vader -, maar het hof is (net als de raad) van oordeel dat dit geen onoverkomelijke kwesties zijn die niet kunnen worden opgelost. Hoewel de negatieve verhalen van de kinderen over de vader volgens de kinderen en de moeder gebaseerd zijn op eigen ervaringen, maakt het hof zich, mede naar aanleiding van concrete voorbeelden in het raadsrapport, ernstige zorgen over de invloed en de houding van de moeder hierin. Bepaalde uitlatingen van de kinderen blijken regelmatig toch iets genuanceerder te liggen dan dat zij in eerste instantie uitdragen.

Het hof stelt voorop dat regelmatig en onbelast contact van groot belang is voor de (sociaal-emotionele) ontwikkeling van kinderen en voor de opbouw van een goede band met beide ouders, die beiden een belangrijke rol in het leven van de kinderen (behoren te) hebben. Het hof is van oordeel dat een zorgregeling van één dag per maand daarvoor onvoldoende ruimte biedt. Deze frequentie houdt de loyaliteitsproblematiek en het gevoel van de kinderen dat zij ‘een dagje moeten uitzitten’ in stand. Het is niet mogelijk om op die manier een eigen en positief beeld te vormen van de vader, in het bijzonder niet nu de kinderen de overige tijd in een omgeving doorbrengen die allerminst stimulerend is wat betreft het verbeteren van het contact en de beeldvorming over de vader. Hoewel de moeder stelt dat de kinderen meer contact mogen hebben als zij dat willen, legt zij – nog los van de vraag of een dergelijke keuze en verantwoordelijkheid bij de kinderen dient te worden neergelegd – (bedoeld of onbedoeld) druk op hen waardoor zij zich niet vrij voelen in het contact met de vader. Dit heeft tot gevolg dat de kinderen zich onvoldoende kunnen uiten, of juist extreem negatief, en het gevoel hebben dat zij een kant moeten kiezen (die van de moeder in dit geval), terwijl kinderen van nature in hoge mate loyaal zijn aan beide ouders.

De huidige situatie waarbij de kinderen voortdurend om moeten gaan met signalen dat het bij één van hun ouders niet fijn en veilig is terwijl zij er dan toch (voor korte tijd) heen gaan, moet worden doorbroken. Dit kan naar het oordeel van het hof alleen door meer gelijkwaardigheid in de ouderrol aan te brengen, wat ook het wettelijk uitgangspunt is, en de vader en de kinderen een échte kans en gelegenheid te geven hun onderlinge band te versterken en elkaar goed te leren kennen. Het hof zal daarom het verzoek van de vader om een weekendregeling vast te stellen, van eens in de veertien dagen van vrijdagavond tot zondagavond, toewijzen.”

Naast de weekendregeling heeft het hof een vakantieregeling bepaald van minimaal één week kerstvakantie en twee weken aaneengesloten zomervakantie.

Het hof sluit af met een tekst gericht aan de minderjarige kinderen in begrijpelijke taal. Deze tekst willen wij u niet onthouden:

“Jullie hebben het hof verteld dat het voor jullie genoeg is om één dag per maand bij jullie vader te zijn. Het hof heeft gezien en gelezen dat jullie moeder en vader veel van jullie houden en voldoende tijd met jullie willen doorbrengen. Het is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen om goed en regelmatig contact met beide ouders te hebben. Jullie vader heeft ook recht op omgang met jullie, dat volgt uit de wet. Het hof denkt dat wanneer jullie maar één keer per maand een dag contact met jullie vader hebben, het ontzettend lastig is om elkaar goed te leren kennen, elkaar te vertrouwen en een fijne band op te bouwen. Daar is meer tijd voor nodig. Daarom zal het hof bepalen dat jullie vaker naar je vader zullen gaan, namelijk één weekend in de veertien dagen van vrijdagavond tot zondagavond. Het hof weet dat deze beslissing niet is wat jullie in het gesprek hebben aangegeven en dat jullie daarom misschien wel teleurgesteld of boos zijn en dat jullie zullen moeten wennen aan de nieuwe regeling. Voor de toekomst hoopt en verwacht het hof echter wel dat wanneer jullie je vader vaker gaan zien jullie positiever over hem gaan denken en jullie je meer thuis bij hem gaan voelen. Nu voelt het weinige contact dat er is als een soort verplichte visite en ontstaat de verwachting dat het de hele dag leuk moet zijn en dat er een dagplanning moet klaarliggen. Op die manier kunnen jullie nooit ervaren hoe het is om een tweede huis te hebben waar je écht jezelf kunt en mag zijn, waar je lekker op de bank kunt hangen, ’s ochtends samen kunt ontbijten, wandelen/fietsen en je af en toe kunt vervelen zonder iets te moeten gaan doen.

Op de zaterdag dat jullie bij je vader zijn, kunnen jullie net als anders werken bij de hovenier en/of iets doen met jullie vrienden (in de avond). Jullie vader heeft aangegeven te willen brengen en halen wanneer dat nodig is. Andere wensen en opmerkingen over de invulling van de weekenden kunnen jullie samen met je vader bespreken. Het hof verwacht dat jullie hier samen uit moeten komen. Het doel is dat jullie bij beide ouders een goed gevoel hebben en dat jullie onbezorgd naar beide ouders toe kunnen gaan. Dat wordt jullie door het hof van harte gegund en vandaar dat deze beslissing wordt genomen.”

De volledige uitspraak vindt u hier.

Rechtbank Oost-Brabant 26 juli 2022 (minderjarige jongen verzoekt zelf om minder omgang met zijn vader)

Minderjarige kinderen kunnen zelf (in bepaalde gevallen) ook verzoeken aan de rechter doen. In dit geval heeft een minderjarige jongen een brief geschreven aan de rechter. Dit wordt de informele rechtsingang genoemd. De jongen heeft in mei 2022 aan de rechter gevraagd of hij niet meer of hooguit een paar keer per jaar naar zijn vader hoeft.

In juni 2022 heeft de rechter gesproken met de jongen. En begin juli 2022 heeft de rechter met de ouders en met iemand van de Raad voor de Kinderbescherming gesproken.

De jongen gaf als reden dat hij het al een hele lange periode niet leuk vindt bij zijn vader. Zijn vader schreeuwt veel en kleineert hem, noemt hem “dom kind” en zegt dat er niets van zijn leven terecht zal komen.

Tijdens het gesprek met de ouders en de Raad voor de Kinderbescherming is gebleken dat de relatie tussen de ouders al lange tijd heel slechts is. Als moeder hem komt ophalen, belt ze aan en gaat vervolgens direct in de auto zitten. Ouders begroeten elkaar niet en praten ook niet met elkaar. De jongen ziet daardoor nooit dat zijn ouders op een normale manier met elkaar omgaan.

Er is een soort negatieve cirkel ontstaan waar de ouders en de jongen samen niet uitkomen.

De rechter heeft goed nagedacht over wat de beste oplossing is voor dit probleem en dat is dus niet minder contact. Het is voor kinderen helemaal niet goed om het contact met één van hun ouders te verliezen, ook niet als het kind het bij één van de ouders soms niet fijn vindt. De rechter wijst het verzoek van de jongen dus af, maar legt in deze beslissing uit dat alle dingen die niet fijn zijn uitgepraat moeten worden. Dat kan met behulp van de hulpverlener. Wat ook heel belangrijk is dat de jongen voelt dat hij het van zijn moeder fijn mag hebben bij zijn vader. Daar hoort bij dat moeder hem netjes bij de deur ophaalt en dat de ouders elkaar dan begroeten.

De rechter hoopt dat het de ouders uiteindelijk zal lukken om op een normalere manier met elkaar om te gaan, want dat is het enige dat de situatie voor de jongen op de lange termijn kan verbeteren.

De volledige uitspraak vindt u hier.

Contactherstel

Hopelijk geeft de decembermaand ruimte om (verloren) contact met familie te herstellen.

Hebt u vragen over hoe u (het liefst zonder strijd en rechters) het contact kunt herstellen, neem dan contact met op met één van onze advocaten!

Dat kan via 0183 – 35 67 52 of info@karakteradvocaten.nl.