IT NEEDS A VILLAGE TO RAISE A CHILD!

30 november 2022

December is een maand waarin men meestal meer samen is met familie. Omdat dat niet voor iedereen vanzelfsprekend is, zullen wij de komende weken extra aandacht geven aan familieleden wie dit ook graag zouden willen, maar voor wie dit helaas niet zomaar gaat en/of lukt.

Recht op contact & omgang

Voor de ontwikkeling van kinderen is het belangrijk dat zij een zo vrij mogelijk contact mogen hebben met hun ouders én met alle andere mensen met wie zij een nauwe persoonlijke betrekking hebben. Dit zijn bijvoorbeeld de grootouders, ooms, tantes, maar kunnen ook stiefouders, (half)broers en -zussen zijn.

Hoewel het contact met ouders voor kinderen natuurlijk het allerbelangrijkste is, beginnen we deze serie toch met de grootouders, uit respect én omdat er inmiddels ook een wetsvoorstel ligt om de drempel te verlagen voor grootouders om aan de rechter omgang met hun kleinkinderen te vragen.

Grootouders

De afgelopen jaren hebben grootouders steeds vaker de gang naar de rechter gemaakt om contact met hun kleinkinderen te krijgen. Op dit moment geldt daarvoor nog de toets of zij in een zogenaamde “nauwe persoonlijke betrekking” tot het kleinkind staan. In het wetsvoorstel staat:
“Een grootouder wordt vermoed in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind te staan.”
Dit maakt het voor grootouders gemakkelijker om via de rechter een contactregeling met kleinkinderen te krijgen.

Hieronder volgen drie uitspraken van rechters met verschillende verzoeken van grootouders (en zelfs indirect via ouders) om contact te krijgen met hun kleinkind(eren).

Gerechtshof Amsterdam 4 juni en 10 augustus 2021 (omgang tussen oma en kleinzoon)

In deze zaak is de kleinzoon van oma (moederszijde) geboren in 2012. Moeder overleed op 15 mei 2020 en op 18 mei 2020 kwam het (voorlopige) voogdij te liggen bij een gezinsinstelling. De kleinzoon was onder toezicht gesteld (OTS). Uit de uitspraak volgt niet heel duidelijk in hoeverre de ouders nog een relatie hadden voorafgaand aan het overlijden van moeder, maar wat vooral relevant is, is dat moeder en kleinzoon voorafgaand aan het overlijden van moeder bij oma woonden en dat kleinzoon na het overlijden ook bij oma is blijven wonen. Sinds 21 maart 2021 is de (klein)zoon bij zijn vader gaan wonen.

Oma en kleinzoon hebben een groot deel van het leven van de kleinzoon samen in één huis gewoond. In die periode is het kind zijn moeder verloren en oma haar dochter. Het gerechtshof heeft mede op basis hiervan geoordeeld dat deze kleinzoon gebaat is bij veel en vaak contact met oma.

Vanwege de bijzondere oma-kleinzoon-relatie, heeft het gerechtshof in de tussenbeslissing van 4 juni 2021 alvast een snelle (zelfs eerst al mondelinge) beslissing genomen over omgang tussen oma en haar kleinzoon van een heel weekend per 14 dagen en ten minste twee weken tijdens de zomervakantie van 2021. In de eindbeslissing van 10 augustus 2021 is deze regeling in stand gebleven, met aanvulling van meer contact tijdens de vakanties, jaarlijks ten minste twee weken aangesloten zomervakantie, één week kerstvakantie en één week meivakantie. Ten slotte is bepaald dat vader oma iedere maand moet informeren over de belangrijke ontwikkelingen in het leven van hun (klein)zoon zoals over zijn schoolgang, gezondheid, hobby’s en andere bijzonderheden.

De hele uitspraak kunt u hier (tussenuitspraak en einduitspraak) lezen.

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 22 juli 2021

In deze zaak gaat het om een (klein)dochter, geboren tijdens het huwelijk van haar ouders. Begin 2015 hebben moeder en de (klein)dochter ongeveer 1,5 maand bij de grootouders (moederszijde) gewoond. Na een verzoeningspoging hebben moeder en (klein)dochter vanaf oktober 2015 vervolgens weer gedurende een jaar bij de grootouders gewoond. Hoewel moeder en (klein)dochter vanaf oktober 2016 een eigen woning hadden en daar zijn gaan wonen, werd moeder in mei 2017 ernstig ziek. Sindsdien verbleven moeder en (klein)dochter steeds vaker en langer bij de grootouders. Moeder is na de zomer van 2018 overleden. Vanaf oktober 2018 woont de (klein)dochter bij haar vader.

Na het overlijden van moeder zijn de grootouders een procedure bij de rechtbank gestart met het verzoek een omgangsregeling met de kleindochter vast te stellen. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. De grootouders zijn vervolgens in hoger beroep gegaan.

Ook in deze zaak was het hof van oordeel dat sprake is geweest een nauwe persoonlijke betrekking tussen de grootouders en de kleindochter (‘family life’). De grootouders waren ontvankelijk in hun verzoek. Toch is het verzoek om een omgangsregeling zelf afgewezen, omdat omgang een ernstig nadeel zal opleveren voor de kleindochter gezien de spanningen tussen de families. Het hof benadrukt hierbij dat elke afwijzing van een verzoek tot vaststelling van een omgangsregeling tijdelijke van aard is én dat zowel de Raad voor de Kinderbescherming als het hof menen dat omgang in de toekomst wél wenselijk is en in het belang van de kleindochter kan zijn. Tijdsverloop is op zich niet van invloed op de nauwe persoonlijke betrekking tussen de grootouders en de kleindochter, waardoor het recht op omgang blijft bestaat.

Het is nog het vermelden waard dat zowel de Raad voor de Kinderbescherming als het hof hebben geadviseerd aan de grootouders om kaartjes (en cadeautjes) te blijven sturen naar hun kleindochter, en dat vader foto’s van de (klein)dochter aan de grootouders blijft sturen.

De hele uitspraak vindt u hier.

Rechtbank Rotterdam 11 november 2022

In deze zaak zijn de grootouders geen partij, maar toch hoort deze wel in dit rijtje thuis.

Zowel vader als moeder verzoeken een zorgregeling waarbij de kinderen in de even weekenden bij hem / haar zijn. De reden waarom zij dit allebei verzoeken is, omdat er alleen in de even weekenden ook contact kan plaatsvinden met andere (ex)-familieleden.

Zo heeft vader vanaf 2017 tot medio 2022 samengewoond met zijn partner en haar kinderen. Deze (stief)kinderen verblijven alleen in de even weekenden bij hun moeder. Vader en zijn partner wonen niet meer samen, maar zij verblijven in de weekenden nog wel bij elkaar. De wederzijdse kinderen hebben een hele goede band en vinden het leuk om elkaar te zien.

Moeder verzoekt contact tijdens de even weekenden, omdat opa en oma (moederszijde) alleen in de even weekenden aan wal zijn. Opa en oma wonen in België en zijn schippers. Voorheen waren opa en oma in de oneven weekenden aan wal, maar dat is veranderd.

Uiteindelijk heeft de rechtbank, met name omdat de verstandhouding tussen de ouders dermate verstoord is en zij elkaar niets meer gunnen, het belang van de kinderen boven het belang van de ouders uit laten stijgen. De rechter heeft overwogen dat de ouders in hun strijd met elkaar het belang van hun kinderen uit het oog verliezen.

De rechtbank heeft de zorgregeling zo ingericht dat er contact mogelijk is met de grootouders en met de kinderen van de (ex)partner van vader. Er is een 4-wekelijks schema bepaald vanaf 25 november 2022.

De hele uitspraak vindt u hier.

Contactherstel

Hopelijk geeft de decembermaand ruimte om (verloren) contact met familie te herstellen.

Hebt u vragen over hoe u (het liefst zonder strijd en rechters) het contact kunt herstellen, neem dan contact met op met één van onze advocaten!

Dat kan via 0183 – 35 67 52 of info@karakteradvocaten.nl.