Golddigger

Met iemand trouwen voor zijn vermogen; een golddigger. Dit fenomeen kennen wij allemaal, maar wat doet de rechtbank als zij moet beslissen of iemand alleen maar trouwt uit hebzucht en niet uit liefde? In deze blog lees je over een spannende waargebeurde zaak waarin de rechtbank ingaat op deze term en beslist of de vrouw in casu daadwerkelijk een golddigger is.

De feiten

De man ( +-65 jaar) en de vrouw (+- 20 jaar) hebben elkaar ontmoet op een online datingsite. Hun eerste ontmoeting was in juni 2017 en de trouwdatum werd vastgezet op september 2017, 4 maanden later.

De vrouw gaf aan bij de notaris dat zij een finaal verrekenbeding wilde in de huwelijkse voorwaarden. Niet alleen een beding voor wanneer één van de twee overlijdt, maar ook bij echtscheiding. De combinatie van het grote leeftijdsverschil en dit ongebruikelijk verzoek leidde ertoe dat bij de notaris de alarmbellen begonnen te rinkelen.

Finaal verrekenbeding

Een finaal verrekenbeding is een afspraak die je in de huwelijkse voorwaarden kunt maken over de manier waarop je de (overgespaarde) inkomsten en het huwelijkse vermogen gaat verrekenen aan het einde van het huwelijk; bij echtscheiding of overlijden.

In de bewijsvoering spreekt de vrouw zichzelf tegen wanneer zij eerder zegt: “Wij gaan niet scheiden, wij houden teveel van elkaar!” en vervolgens wel een verrekenbeding bij echtscheiding wenst. Uit deze actie blijkt namelijk dat zij voorbereid wil zijn op het moment in de toekomst als er sprake is van een echtscheiding. Ook heeft zij tegen de man gezegd dat ze zonder een dergelijk beding niet met hem zou trouwen.

Echtscheiding

De vrouw stelt dat, omdat het samenwonen uitbleef, zij de echtscheidingsprocedure is gestart zonder overleg met de man. De rechter acht het ongeloofwaardig en onaannemelijk dat dit de reden is van echtscheiding, omdat de vrouw juist na herhaaldelijk aandringen van de man om samen te gaan wonen de boot steeds afhield.

Bewijzen

De man stelt dat het de vrouw vanaf het begin van de relatie enkel te doen is geweest om via het huwelijk en de daaropvolgende echtscheiding te kunnen beschikken over het vermogen van de man. Dit heeft zij volgens hem voor elkaar gekregen met de belofte dat zij bij de man zou komen wonen en kinderen met hem zou willen.

Het oordeel

De rechtbank komt tot de conclusie dat de man voldoende bewijs heeft geleverd om vast te stellen dat de toepassing van de huwelijkse voorwaarden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Volgens de rechtbank is duidelijk geworden dat het de vrouw niet ging om het huwelijk, maar juist de beschikking over het vermogen van de man wat hij als boer heeft opgebouwd. Als de huwelijkse voorwaarden wel van toeppassing zouden zijn, zou de man zijn bron van bestaan, namelijk het boerenbedrijf, moeten verkopen om het aandeel van de vrouw aan haar uit te kunnen keren. Dit is onaanvaardbaar en laat de rechtbank niet gebeuren.

Bijzonder

Het bijzondere aan deze zaak is dat de rechtbank hier afwijkt van de huwelijkse voorwaarden. Er is namelijk een finaal verrekenbeding afgesproken, maar de rechtbank beslist toch dat deze in bovengenoemde zaak niet toelaatbaar is. De man is er hier ‘ingeluisd’ door de ‘golddigger’ en bij inwerkingtreding van het beding zou dit grote gevolgen hebben.

Lees de volledige uitspraak hier