‘Hotel Mama’ sluit haar deuren: zoon (24) moet uitchecken voor 1 april 2025!
13 februari 2025
Een conflict tussen een moeder en haar volwassen zoon loopt zo hoog op dat de rechter eraan te pas moet komen. De oorzaak? Niet alleen een verstoorde relatie, maar vooral de financiële gevolgen van hun samenwoning.
De rechter moest in dit kort geding een balans vinden tussen financiële druk en praktische haalbaarheid. Het resultaat? Een harde deadline, een verplichte bijdrage en een mogelijke gedwongen ontruiming. Deze zaak laat zien hoe ingewikkeld samenwonen met een volwassen kind kan worden – vooral als de Belastingdienst meekijkt.
Wat was er aan de hand?
De zoon, 24 jaar oud, woont al sinds zijn geboorte met zijn moeder in één huis, waarvan inmiddels 15 jaar in de huidige woning. Hij studeert en loopt een afstudeerstage. In het vonnis is onder andere te lezen dat de zoon zich ervan bewust is dat hij ‘eens’ de woning zal moeten verlaten. Het is immers gebruikelijk dat een volwassen zoon op enig moment op zichzelf gaat wonen. De student heeft op dit moment heeft geen vervangende woonruimte, maar staat wel ingeschreven voor een sociale huurwoning in verschillende steden. Moeder ontvangt een bijstandsuitkering en huurtoeslag. Vanwege het inkomen van de zoon moet de moeder huurtoeslag over 2022 en 2023 terugbetalen aan de Belastingdienst en worden haar toeslagen verder drastisch verlaagd. Logischerwijs geeft dit haar veel stress en staat zij onder grote financiële druk.
Doordat moeder en zoon samen niet tot een oplossing komen, heeft moeder de kwestie in kort geding voorgelegd aan de rechtbank Utrecht. Moeder eist dat haar zoon de woning binnen 24 uur zal verlaten, omdat hun relatie is verstoord en zij financiële problemen ervaart doordat hij bij haar in woont. De zoon geeft aan dat hij bij zijn moeder wil blijven wonen, totdat hij een nieuwe woning heeft gevonden en zijn studie heeft afgerond.
De rechter beslist dat de zoon nog vijf maanden in de woning mag blijven wonen. Wel heeft hij een terugbetalingsverplichting opgelegd gekregen. Zolang hij in de woning verblijft moet hij elke maand € 353,- aan de Belastingdienst betalen voor de terugbetaling van de huurtoeslag onder toezending van betaalafschriften aan zijn moeder. Voldoet hij niet aan deze voorwaarde, dan moet hij de woning alsnog verlaten, uiterlijk op de laatste dag van de maand waarin hij de verplichtingen niet nakomt. Mocht de zoon de woning niet uiterlijk op 31 maart 2025 hebben verlaten dan mag moeder – op kosten van de zoon – met behulp van een deurwaarder een ontruiming op gang zetten.
De voorzieningenrechter komt tot deze beslissing omdat hij van oordeel is dat de moeder een zwaarwegend belang heeft om de samenwoning te beëindigen, vanwege haar financiële zorgen en de onderling verstoorde relatie.
Wat leren we van deze uitspraak?
Kinderen die 18 jaar of ouder zijn en bij u staan ingeschreven op hetzelfde adres, kunnen meetellen voor de berekening van uw huurtoeslag. De Belastingdienst ziet inwonende volwassenen als ‘medebewoners’ en indien hun inkomen boven een bepaalde grens ligt, kan dit de toeslag van de ouder(s) verlagen of zelfs laten vervallen. Samengevat is het dus verstandig om duidelijkheid te krijgen over de fiscale impact van langer inwonende volwassen kinderen en daarover afspraken te maken, zodat je nooit – zoals deze moeder – voor de keuze komt te staan om de rechter in te schakelen om je kind uit huis te zetten.