Paws and laws: hond in de schijnwerpers na relatiebreuk

20 september 2024

In april 2024 kwam er een einde aan de relatie van een stel dat nooit heeft samengewoond. Gedurende hun relatie kochten ze samen een Flatcoated Retriever. Ze haalden de hond gezamenlijk op in België op 31 mei 2023, waarbij de koopsom van € 500,- contant werd betaald. De registratie van de hond bij de Nederlandse Databank Gezelschapsdieren (NDG) stond op naam van de man, inclusief het microchipnummer. Tijdens de relatie verbleef de hond voornamelijk in de woning van de man, waar de vrouw ook vaak verbleef. Na de breuk in april 2024 verbleef de hond bij de vrouw.

Het geschil

De man vorderde in een spoedprocedure de teruggave van de hond en vroeg de rechter om de vrouw te veroordelen de hond binnen twee dagen na betekening van het vonnis aan hem af te geven. Hij vorderde een dwangsom van € 500,- voor elke dag dat de vrouw niet aan het vonnis zou voldoen, met een maximum van € 5.000,-. Daarnaast vroeg hij om vergoeding van de proceskosten. De man baseerde zijn claim op artikel 5:2 BW (revindicatie), waarbij hij stelde dat hij de eigenaar van de hond was. Hij beweerde dat de vrouw inbreuk maakte op zijn eigendomsrecht door de hond bij zich te houden.

De vrouw voerde verweer en stelde dat de hond gezamenlijk was aangekocht. Ze gaf aan dat zij tijdens de relatie de hond had overgenomen en nu volledig eigenaar was.

Beoordeling van de rechter

De rechter beoordeelde eerst of er een spoedeisend belang was en concludeerde dat dit voldoende aanwezig was bij de man. Vervolgens moest worden vastgesteld wie de eigenaar van de hond was. Dit bleek een ingewikkelde zaak, aangezien beide partijen bewijzen hadden aangeleverd die hun eigendomsclaims ondersteunden.

De man stelde dat hij de hond had aangeschaft en de volledige koopsom had betaald. Ook was hij degene die in het hondenpaspoort en bij de NDG-registratie als eigenaar stond vermeld. Bovendien beweerde hij alle kosten voor de hond te hebben gedragen en dat de hond altijd bij hem thuis had verbleven.

De vrouw daarentegen bracht naar voren dat zij degene was die contact had gezocht met de verkoper. Uit de appberichten bleek dat zij de afspraken voor het ophalen van de hond had gemaakt. Beide partijen hadden de hond gezamenlijk opgehaald en het was volgens de vrouw meer aannemelijk dat zij beiden de helft van de koopsom hadden betaald. Ze ondersteunde haar claim met betalingsbewijzen van betalingen die ze aan de man had gedaan, waarbij sommige betalingen het kenmerk ‘Aanbetaling [naam hond]’ droegen. De vrouw had ook een Europees hondenpaspoort waarop haar naam stond vermeld. Beide partijen hadden tijdens de relatie kosten voor de hond gemaakt en zich om de verzorging bekommerd.

Gezien de bewijzen en stellingen van beide partijen, oordeelde de rechter dat het aannemelijk was dat de man en de vrouw mede-eigenaar waren van de hond.

Belangenafweging en omgangsregeling

De rechter vond het niet verantwoord om de hond voorlopig aan de man toe te wijzen. Een van de redenen was dat de hond niet lang alleen kan zijn en de man vanwege zijn werk niet altijd thuis kan zijn. Hoewel de man aangaf dat hij de hond mee naar kantoor kon nemen, ontbrak hiervoor de onderbouwing. De rechter besloot daarom tot een voorlopige omgangsregeling. De vrouw moet toestaan dat de hond een dagdeel per twee weken bij de man verblijft, op voorwaarde dat partijen overeenstemming bereiken over een derde persoon die de hond ophaalt en weer terugbrengt. Als er geen overeenstemming komt, geldt dat de hond elke eerste en derde zondag van de maand van 13:00 tot 17:00 uur bij de man is, te beginnen in juli 2024.

Proceskosten

De kosten van de procedure werden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten dragen. Deze beslissing werd genomen omdat partijen een relatie met elkaar hadden gehad.

Conclusie

Deze zaak benadrukt de complexiteit van eigendomskwesties bij de gezamenlijke aanschaf van huisdieren na een relatiebreuk. De rechter heeft in het belang van alle betrokkenen, inclusief de hond, een voorlopige regeling getroffen in afwachting van een definitieve beslissing in een bodemprocedure. Beide partijen hebben rechten en verantwoordelijkheden ten aanzien van de hond en de huidige regeling biedt een tijdelijke oplossing waarbij de belangen van alle partijen worden gewogen.